op tijd (o) (tijd) | à propos (o) (tijd) |
op tijd (o) (tijd) | de bonne heure (o) (tijd) |
op tijd (o) (algemeen) | à propos (o) (algemeen) |
op tijd (o) (algemeen) | tôt (o) (algemeen) |
op tijd (o) (algemeen) | opportun (o) (algemeen) |
op tijd (o) (tijd) | tôt (o) (tijd) |
op tijd (o) (tijd) | à temps (o) (tijd) |
op tijd (o) (tijd) | opportun (o) (tijd) |
op tijd (o) (algemeen) | de bonne heure (o) (algemeen) |
op tijd (o) (algemeen) | à temps (o) (algemeen) |